Al zijn ze geen echte familie van elkaar, de planten uit de trendy mix kunnen prima door een deur. De overeenkomst is dat ze allemaal erg makkelijk in de omgang zijn. En dat ze niet van gewoontjes houden. Deze groene planten zijn een uitbundig geheel qua tekening en bladvorm. Kiezen welke je het leukst vindt? Hoeft niet. Ze zijn zeer aantrekkelijk geprijsd, dus combineer naar hartenlust!
Peperomia rosso (Rattenstaart)
De Peperomia rosso wordt ook wel Rattenstaart genoemd vanwege de omhoog stekende gele ‘aren’. Maar opvallender zijn natuurlijk de vlammend rode onderkanten van de bladeren. De Peperomia (ofwel peperachtige) heeft niet veel eisen, behalve dat hij in een ruimte met licht moet staan. De plant groeit het beste bij 22 tot 24 graden, maar kan ook tegen iets koelere ruimte. Bij 14 graden is zijn ondergrens wel bereikt. Je hoeft hem pas water te geven als de kluit droog voelt, dus groene vingers zijn niet nodig. Zet meerdere Peperomia rosso bij elkaar – op een wat hogere plek! – om nadruk te leggen op zijn sterke kant; de onderkant!
Chlorophytum ‘ocean’ (Graslelie)
In het Afrikaanse Tanzania is het een buitenplant, maar voor Nederland wordt de Chlorophytum afgehard als kamerplant. Misschien ken je hem nog als de graslelie van de basisschool? Niet voor niets was hij daar succesvol, hij is extreem makkelijk qua verzorging. Na verloop van tijd geeft hij bovendien vanzelf nieuwe plantjes cadeau. Die hangen prachtig als parachuutjes aan lange stelen. Je kunt ze eerst in het water zetten om wortels te laten vormen, maar ook rechtstreeks in de grond is de kans groot dat ze aanslaan. In mei-juni wordt je als je geluk hebt beloond met witte bloemetjes. Terecht dat de graslelie weer volop in de belangstelling staat.
Senecio cephalaphorus (Kruiskruid)
Zoek je iets bijzonders voor een prettige prijs? Kies dan voor Senecio cephalaphorus, ofwel Kruiskruid. Dit is een zeer decoratieve plant die het je niet streng aanrekent als hem een keer vergeet water te geven. De vlezige stevige blaadjes hebben een bijzondere kleur, van groenblauw tot grasgroen. Senecio is een vetplant en houdt van veel licht en een warme standplaats (18 – 24 graden). Leuk weetje: Senecio betekent grijsaard. Zou hij die naam te danken hebben aan zijn bladkleur, of toch vooral aan de grijzige pluis die de bloemen geven als ze zijn uitgebloeid?
Tradescantia zebrina (Vaderplant)
De vaderplant heeft zijn oorsprong in subtropisch Amerika. Hij valt op door zijn schitterende paarse kleur. De zebrina krijgt ook nog eens paarse bloempjes. Tradescantia’s zijn erg makkelijk. Een keer per week water geven is genoeg. Als de blaadjes wat slapper hangen ben je nog op tijd om hem de gewenste oppepper te geven. Vaderplanten houden van licht, maar floreren ook op een donkerdere plaats. Als je de plant regelmatig sproeit heeft stof geen kans om licht weg te nemen, hierdoor krijgt hij meer kleur. Maar met zijn opvallende strepen – en in sommige gevallen helder witte delen – is ‘vader’ sowieso al een echte ijdeltuit
Callisia ‘turtle’ (Schildpadplant)
Ook de Schildpadplant is een opvallende verschijning. Op de omhoog groeiende bladeren vormen zich steeds nieuwe ronde blaadjes. Blaadjes met een prachtige glans. Als de plant groter wordt geef hem dan de ruimte om te kunnen hangen. Ook is het decoratief om de Callisia ‘turtle’ te combineren met andere planten uit deze trendy mix. Met een Vaderplant ontstaat er bijvoorbeeld een mooi kleurcontrast. Ze houden beide van een warme plek in huis en kunnen niet in het directe zonlicht. Niet zo vreemd als je bedenkt dat deze planten van oorsprong tussen de bomen in het subtropische Zuid- en Midden-Amerika groeien. Tip: Zorg dat je het water óp de aarde giet, want dan verkleuren de blaadjes niet en blijven ze mooi diepgroen.